direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden
Plan: Wijdemeren, Kern 's-Graveland en Landgoederen
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP0200kernGVL2008-0001

Artikel 4 Agrarisch met waarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een grondgebonden veehouderijbedrijf;
  • b. het behoud en het beheer van landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'sport': medegebruik als sportterrein;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer en sierwater.
4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels.

4.2.1 Gebouwen
  • a. op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  • b. in afwijking van sub a mogen gebouwen die bestaan ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan worden gehandhaafd en vernieuwd, maar niet vergroot.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ten hoogste 1 m bedraagt;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'sport' zijn bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, toegestaan tot een bouwhoogte van 3 m;
  • c. de bouw van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, niet is toegestaan.
4.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 4.2.1 en 4.2.2 voor het bouwen van een bijenschans of vleermuiskelder met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gebouwen en bouwwerken zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurwaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  • b. de hoogte van de bijenschans bedraagt ten hoogste 1,5 m en de oppervlakte bedraagt ten hoogste 201 m²;
  • c. de hoogte van de vleermuiskelder bedraagt ten hoogste 1,5 m en de oppervlakte bedraagt ten hoogste 44 m²;
  • d. de afstand van een bijenschans tot woningen en de openbare weg bedraagt minimaal 30 m; deze afstandseis geldt niet wanneer voldoende beschermingsmaatregelen worden genomen door middel van een afscheiding van 2 m hoog, of zoveel hoger als nodig is om het laag uit- en invliegen van bijen te voorkomen, en indien de omliggende gebouwen eigendom zijn van de bijenhouder.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt dat het gebruiken of laten gebruiken van onbebouwde gronden voor opslag niet is toegestaan.

4.5 Aanlegvergunning
4.5.1 Aanlegverbod zonder vergunning

Het is - onverminderd het bepaalde in artikel 19 - niet toegestaan zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken of werkzaamheden aan te leggen of uit te voeren:

  • a. ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen en egaliseren;
  • b. aanbrengen van wandel- en fietspaden en verhardingen;
  • c. verwijderen of verstoren van de natuurlijke vegetatie, waaronder begrepen het scheuren of frezen van graslandvegetaties;
  • d. dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater;
  • e. aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. vellen, rooien of beschadigen van bomen, heggen en overige houtgewassen;
  • g. verrichten van exploratieboringen en andere onderzoekingen naar bodemschatten;
  • h. bebossen of aanbrengen van houtachtige gewassen op gronden die ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan niet met een dergelijke vegetatie waren begroeid.

4.5.2 Uitzondering op aanlegverbod

De verbodsbepaling van lid 4.5.1 geldt niet voor:

  • a. de voltooiing van werken die bij het van kracht worden van dit plan reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen;
  • b. werken en/of werkzaamheden die worden of mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
  • c. het normale onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming.

4.5.3 Voorwaarden voor aanlegvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurwaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.