direct naar inhoud van Artikel 6 Bos
Plan: Wijdemeren, Kern 's-Graveland en Landgoederen
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP0200kernGVL2008-0001

Artikel 6 Bos

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bosgebied;
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van de actuele en potentiële landschaps-, cultuurhistorische en natuurwaarden;
  • c. extensieve en kleinschalige dagrecreatie;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, ijskelders, waterhuishoudkundige voorzieningen, water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer en sierwater en bijbehorende bruggen.
6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels.

6.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, geldt dat:

  • a. de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • b. de breedte van bruggen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bruggen mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • d. per bestemmingsvlak mag ten hoogste één ijskelder worden gerealiseerd;
  • e. de hoogte van ijskelders mag ten hoogste 1,5 m bedragen;
  • f. de oppervlakte van ijskelders mag ten hoogste 36 m² bedragen.
6.3 Aanlegvergunning
6.3.1 Aanlegverbod zonder vergunning

Het is - onverminderd het bepaalde in artikel 19 - niet toegestaan zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken of werkzaamheden aan te leggen of uit te voeren:

  • a. ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen en egaliseren;
  • b. aanbrengen van wandel- en fietspaden en verhardingen;
  • c. verwijderen of verstoren van de natuurlijke vegetatie, waaronder begrepen het scheuren of frezen van graslandvegetaties;
  • d. dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater;
  • e. aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. vellen, rooien of beschadigen van bomen, heggen en overige houtgewassen;
  • g. verrichten van exploratieboringen en andere onderzoekingen naar bodemschatten;
  • h. bebossen of aanbrengen van houtachtige gewassen op gronden die ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan niet met een dergelijke vegetatie waren begroeid;
  • i. aanleggen van gesloten drainagesystemen.

6.3.2 Uitzondering op aanlegverbod

De verbodsbepaling van lid 6.3.1 geldt niet voor:

  • a. de voltooiing van werken die bij het van kracht worden van dit plan reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen;
  • b. werken en/of werkzaamheden die worden of mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
  • c. het normale onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming.

6.3.3 Voorwaarden voor aanlegvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurwaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.