direct naar inhoud van Hoofdstuk 4 Beleidskader
Plan: Wijdemeren, Kern 's-Graveland en Landgoederen
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP0200kernGVL2008-0001

Hoofdstuk 4 Beleidskader

Nota Ruimte (2006)

In de Nota Ruimte worden vier algemene doelen geformuleerd: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. Meer specifiek voor stedelijke netwerken, waar Wijdemeren deel van uitmaakt, staan de volgende beleidsdoelen centraal: ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en stedelijke centra, verbetering van de bereikbaarheid, verbetering van de leefbaarheid en sociaaleconomische positie van steden, bereikbare en toegankelijke recreatievoorzieningen in en rond de steden, behoud en versterking van de variatie tussen stad en land, afstemming van verstedelijking en economie met de waterhuishouding en waarborging van milieukwaliteit en veiligheid.

De Nota Ruimte zet onder meer in op het volgende:

  • efficiënt en zo mogelijk meervoudig ruimtegebruik, echter geen rode contouren om de kernen;
  • gemeenten moeten de mogelijkheid hebben om de eigen natuurlijke aanwas op te vangen;
  • veel sterker sturende rol van water bij de ruimtelijke inrichting.

Het Groene Hart is aangewezen als Nationaal Landschap. Binnen Nationale Landschappen zijn ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of worden versterkt ('ja, mits'-regime). Binnen Nationale Landschappen is ruimte voor ten hoogste de eigen bevolkingsgroei (migratiesaldo nul) en ruimte voor de aanwezige regionale en lokale bedrijvigheid. Provincies en gemeenten maken afspraken over aard en omvang van locaties. Grootschalige verstedelijking, bedrijventerreinen, glastuinbouwlocaties en infrastructuur zijn in beginsel niet toegestaan.

Nota Mobiliteit

In de Nota Mobiliteit wordt het ruimtelijke beleid, zoals vastgelegd in de Nota Ruimte, verder uitgewerkt en wordt het verkeers- en vervoersbeleid voor Nederland beschreven. De Nota geeft de volgende beleidsdoelen aan:

  • het verbeteren van de internationale bereikbaarheid;
  • het verbeteren van de interne en onderlinge bereikbaarheid van de nationale stedelijke netwerken en economische kerngebieden;
  • een goed functionerend systeem voor het vervoer van personen en goederen als essentiële voorwaarde voor economische ontwikkeling;
  • het inzetten op proces- en technologie-innovatie ter realisering van de beleidsdoelen.

De uitgangspunten bij het realiseren van deze beleidsdoelen zijn betrouwbare reistijden, vlotte en veilige verkeersafwikkeling binnen de (inter)nationale wettelijke en beleidsmatige kaders van milieu en leefomgeving. De Nota bevat verder beleid met betrekking tot verkeer, vervoer en verkeersveiligheid voor de decentrale overheden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1696.BP0200kernGVL2008-0001_0002.png"

Aanwijzing als beschermd dorpsgezicht (1986)

Het grootste deel van het plangebied is in 1986 aangewezen als beschermd dorpsgezicht in de zin van artikel 20 van de Monumentenwet. Alleen het gebied ten zuiden van de Gooise Vaart valt buiten de bescherming.

Het gebied is aangewezen om de volgende redenen:

  • het ruimtelijk karakter van 's-Graveland is uniek door het strakke 17e-eeuwse plan van aanleg langs de Trekvaart in combinatie met de concentratie van buitenplaatsen en de bijzondere ruimtelijke relatie tussen de buitenplaatsen en de lintbebouwing;
  • de ruimtelijke ontwikkeling heeft grotendeels binnen de ruimtelijke structuur van de 17e-eeuwse aanleg plaatsgevonden;
  • het bebouwingsbeeld en de beplanting van de dorpsbebouwing en de buitenplaatsen is samenhangend en waardevol;
  • het gebied levert om bovenstaande redenen een beeld op dat van algemeen belang is vanwege de schoonheid en het karakter.

De te beschermen waarden zijn aangegeven op de historische ruimtelijke waarderingskaart behorend bij het besluit tot aanwijzing. Het besluit en de beschrijving van het beschermd dorpsgebied zijn opgenomen in bijlage 8.

Een bestemmingsplan voor een beschermd dorpsgezicht dient gericht te zijn op:

  • het behoud en zo nodig verbeteren van de structuur van het dorpsgezicht;
  • het behoud van de functie (bescherming mag niet leiden tot alleen vormbehoud);
  • het begeleiden van verbouw en nieuwbouw ten behoeve van landschappelijke inpassing en het toetsen van veranderingen.

Streekplan Noord-Holland Zuid (2003)

In het streekplan is het plangebied grotendeels aangeduid als natuurgebied (onderdeel van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur: grote natuurgebieden). Het gebied ten zuiden van de Gooise Vaart is recreatiegebied. Het plangebied ligt grotendeels buiten de bebouwingscontouren waarbinnen de verstedelijking moet plaatsvinden. De rode contour betrekt alleen de bebouwing aan de westzijde van het bebouwingslint binnen stedelijk gebied.

Behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden

Gooi en Vechtstreek is een regio met hoge cultuurhistorische en landschappelijke waarden, zowel in het landelijk als het stedelijk gebied (beschermde stads- en dorpsgezichten). Het gebied is aangewezen als Belvedèregebied. Kenmerkend zijn onder andere de landgoederen, buitenplaatsen en villaparken in het Gooi. Behoud van de cultuurhistorische waarden in de regio staat voorop. Dit sluit nieuwe ontwikkelingen niet uit. Functieveranderingen zijn mogelijk mits het nieuwe gebruik zich verdraagt met de omgeving.

Natuur

Het hoofddoel voor deze gebieden is het duurzaam in stand houden en/of veiligstellen van de natuurlijke verscheidenheid van het landschap. Deze gebieden kunnen een belangrijke nevenfunctie bezitten voor extensieve openluchtrecreatie, verblijfsrecreatie en/of land- en bosbouw. Ook kan sprake zijn van beperkt militair gebruik of waterwinning. Verdere bebouwing of wegenaanleg is uitgesloten, tenzij bedoeld voor toezicht en beheer of voor een nevenfunctie. De nevenfuncties moeten afgestemd zijn op de hoofdfunctie. Er moet rekening worden gehouden met mogelijkheden voor natuurontwikkeling.

Recreatie

Gooi en Vechtstreek is een belangrijk recreatiegebied binnen de Randstad. Het plassengebied, de kuststrook langs het Gooi- en IJmeer en het Gooi zelf bieden recreatieve mogelijkheden. Ook voor de bevolking uit de omliggende streken zijn deze gebieden van recreatief belang. Ingezet wordt op kleinschalige ontwikkelingen zoals het verbeteren van de watersport, arrangementen, agrotoerisme en het benutten van de cultuurhistorische waarden.

In de regio zijn zeer weinig verblijfsrecreatieve mogelijkheden. Deze dienen te worden vergroot, bijvoorbeeld met kleinschalige campings en slapen bij de boer (met name de Vechtstreek), mits passend in de natuur- en landschappelijke kwaliteiten.

Functieveranderingen in landelijk gebied

In de volgende gevallen is buiten de contour functieverandering toegestaan van zowel agrarische als niet-agrarische functies naar verbrede landbouw en/of naar kleinschalige vormen van wonen, werken en recreatie:

  • bij herinrichting of sanering (bijvoorbeeld sloop) van vrijkomende bebouwing;
  • bij opheffing van ruimtelijk ongewenste situaties;
  • in het kader van stedelijke transformatie uit te plaatsen volkstuinen;
  • bij ontwikkeling van exclusieve woonmilieus in de sfeer van landgoederen met een gelijktijdige ontwikkeling en financiering van groene en blauwe functies.

Dit is uitsluitend mogelijk onder de voorwaarden dat:

  • er geen sprake is van toename van het bebouwde oppervlak op het bouwperceel, zover er bebouwing aanwezig is/was;
  • de nieuwe functie de bedrijfsvoering van agrarische bedrijven niet beperkt;
  • recreatiewoningen niet worden omgezet in permanent bewoonde woningen.

Voor bestaande economische niet-agrarische functies in het landelijk gebied geldt dat per geval bekeken zal worden of - indien het vigerende bestemmingsplan daarin niet voorziet - een beperkte toename van het bebouwde oppervlak binnen het bestaande bouwperceel mogelijk is. De mogelijkheden hiervoor zijn echter niet op voorhand aan te geven, maar worden beoordeeld aan de hand van de ruimtelijke situatie ter plaatse. Er kan ruimte zijn voor ontwikkelingen, mits zorgvuldig gewogen en op een zodanige wijze dat de ruimtelijke kwaliteit van het gebied wordt behouden en versterkt.

Voor alle plannen en initiatieven ten aanzien van functieveranderingen en bestaande economisch niet-agrarische functies geldt dat geen afbreuk mag worden gedaan aan de bestaande stedenbouwkundige, cultuurhistorisch of groenblauwe kwaliteiten of karakteristieken van het landelijk gebied.

Beleidskader Landschap en Cultuurhistorie Noord-Holland (2006)

Dit beleidskader vervangt verschillende provinciale beleidsnota's met betrekking tot cultuurhistorie en landschap en vormt het provinciaal toetsingskader op het gebied van beeldkwaliteit. Het beleid met betrekking tot het plangebied is gericht op het behoud van het gehele rijksbeschermde ensemble van landgoederen en buitenplaatsen inclusief lanen, zichtassen en zanderijstructuur.

Gemeentelijk beleid

Het speerpunt in het gemeentelijk beleid is gelegen in het versterken van de toeristisch-recreatieve positie van Wijdemeren in het Groene Hart. Dit beleidsuitgangspunt is ingegeven door de beperkingen die door het rijks- en provinciaal beleid zijn opgelegd vanwege het restrictieve beleid.

Het beleid van de gemeente is gericht op het versterken van de positie van Wijdemeren als toeristisch-recreatieve trekpleister in het Groene Hart. Aan deze beleidsvisie ligt een aantal ontwikkelingen ten grondslag:

  • het restrictieve beleid dat bedreigingen (beperking woningbouw en bedrijvigheid), maar ook kansen en uitdagingen biedt (stedelijke vernieuwing en ontwikkeling recreatie en toerisme);
  • de noodzaak een voldoende gedifferentieerd voorzieningenniveau in stand te houden;
  • de ontwikkelingen in de landbouw (onder andere schaalvergroting) in samenhang met een toename van het recreatief medegebruik van het landelijk gebied en landschapsbeheer.

Aan deze centrale beleidsvisie wordt via meerdere sporen inhoud gegeven. Belangrijk daarbij zijn het toeristisch-recreatief beleid, het voorzieningenbeleid en het beleid inzake natuur en landschap. Voor het ruimtelijk beleid voor het plangebied zijn de volgende beleidsdocumenten van bijzondere betekenis:

  • Nota Openbare Speelruimten (2002);
  • Welstandsnota (2008);
  • Horecanota Wijdemeren (2007).

Beleid Natuurmonumenten

Een groot deel van het plangebied is eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten. Het beleid van de vereniging is gericht op het behouden, herstellen en ontwikkelen van natuurwaarden. Daarnaast is het beleid gericht op het behouden en herstellen van de cultuurhistorische waarden binnen de terreinen en het bieden van mogelijkheden tot beleving van cultuur en landschap.

Bij waardevolle cultuurlandschappen waar cultuur en natuur sterk verweven zijn wordt gestreefd naar behoud van samenhang tussen gebouw en landschap.

Het specifieke beheer per buitenplaats is uitgewerkt in afzonderlijke beheerplannen.

Herstelplan 's-Gravelandse buitenplaatsen 2008-2018

Om die rijke historie van de bijna vier eeuwen oude 's-Gravelandse buitenplaatsen voor de toekomst veilig te stellen, heeft Natuurmonumenten een omvangrijk herstelplan opgesteld voor de lanen en tuinen.

Het herstelplan voor tien buitenplaatsen omvat een periode van ten minste tien jaar. Elk jaar zal Natuurmonumenten op een aantal plaatsen verspreid over het gebied projecten uitvoeren. De herstelwerkzaamheden zijn onder meer:

  • verjonging van lanen, boomgroepen en solitairen;
  • renovatie en herstel van de structuur van de hoofdpaden;
  • herstel van deels oude wandelpaden (korte ommetjes vanuit de bebouwde kom);
  • facelift van tuinen en bijgebouwen (stallen, folies);
  • aanleg en renovatie van recreatieve voorzieningen;
  • herstel van waterlopen, vijverpartijen en bijbehorende kunstwerken.