Plan: | Emmaweg nabij 44 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1696.BP1200emwgnb442010-ON01 |
Wettelijk kader
Het wettelijke stelsel voor luchtkwaliteitseisen staat in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Dit wettelijke stelsel is van kracht sinds november 2007 en wordt ook wel de ‘Wet luchtkwaliteit’ genoemd. In algemene zin kan worden gesteld dat de Wet luchtkwaliteit bestaat uit in Europees verband vastgestelde normen van maximumconcentraties voor een aantal componenten. In Nederland kunnen twee componenten problemen opleveren met betrekking tot overschrijding van de grenswaarden. Het betreft hierbij NO2 (stikstofdioxide) en PM10 (fijn stof). NO2 wordt voornamelijk beïnvloed door het wagenpark (verkeersbewegingen). PM10 wordt beïnvloed door grote industriële bronnen (met name uit het buitenland), diffuse bronnen zoals het totale wagenpark, natuurlijke bronnen en in mindere mate door lokale industriële bronnen. Overschrijdingen van de grenswaarden van de overige componenten uit de Wet luchtkwaliteit worden niet of nauwelijks verwacht. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient onderzocht te worden of voldaan wordt aan de normen uit de Wet luchtkwaliteit. Op grond van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer en het daarop gebaseerde Besluit niet in betekenende mate bijdragen - NIBM - (luchtkwaliteitseisen) worden ruimtelijke besluiten die niet in betekenende mate bijdragen aan de concentraties in de buitenlucht van stoffen waarvoor bijlage 2 van de Wet milieubeheer een grenswaarde bevat, niet langer individueel getoetst aan die grenswaarden. Als gevolg daarvan kunnen tal van kleinere projecten doorgang vinden, ook in situaties waar nog niet aan de grenswaarden wordt voldaan. De effecten van deze projecten op de luchtkwaliteit worden verdisconteerd in de trendmatige ontwikkeling van de luchtkwaliteit, zoals beschreven in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).
Situatie plangebied
In maart 2010 is door Lycens Milieu & Ruimte BV een Notitie luchtkwaliteit opgesteld. Hieruit blijkt dat de beoogde ontwikkeling niet “in betekenende mate” bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Verder is aangetoond dat het plan niet in strijd is met het Besluit gevoelige bestemmingen en de normen uit het NEN2443. Vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit zijn er derhalve geen belemmeringen voor de uitvoerbaarheid van het plan.