direct naar inhoud van Artikel 10 Natuur
Plan: Buitengebied Kortenhoef
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP0800BuitKRT2012-co00

Artikel 10 Natuur

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke, aardkundige en/of natuurlijke waarden;
  • b. bos en andere houtopstanden;
  • c. water, sloten, kreken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  • d. beschoeiingen;
  • e. het behoud van de aanwezige cultuurhistorische waarden;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan': tevens een ijsbaan en een recreatieark ten behoeve van ondergeschikte horeca;

met daaraan ondergeschikt

  • g. extensieve dagrecreatie;
  • h. doorvaarroutes;
  • i. fiets- en wandelpaden.
10.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:

10.2.1 Gebouwen ten behoeve van het behoud, herstel en/of ontwikkeling
  • a. de oppervlakte per gebouw ten behoeve van het behoud, het herstel en/of ontwikkeling mag niet meer bedragen dan 16 m², met dien verstande dat de totale oppervlakte van deze gebouwen in het plan niet meer mag bedragen dan 160 m²;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van steigers mag niet meer bedragen dan 1 meter, gemeten ten opzichte van het waterpeil ter plaatse;
  • b. de breedte van steigers mag niet meer bedragen dan 1,20 meter;
  • c. de lengte van steigers mag niet meer bedragen dan 15 meter;
  • d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 meter;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter.
10.3 Specifieke gebruiksregels

Als gebruik in strijd met de bestemming, geldt in ieder geval het gebruik van de in lid 10.1 bedoelde gronden voor:

  • a. paardenbakken;
  • b. botenloodsen;
  • c. opslag van goederen ter plaatse van niet-bebouwde gronden;
  • d. steigers en/of golfbrekers.
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

a. het ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen en egaliseren van gronden;

b. het dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater;

c. het aanbrengen van opgaande beplantingen;

d. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplantingen;

e. het aanleggen van verharde en halfverharde wegen en fiets- en wandelpaden;

f. het aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies of apparatuur.

10.4.2 Uitzonderingen op het verbod

Het in lid 10.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip dat dit plan rechtskracht krijgt;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd op basis van een verleende omgevingsvergunning.
10.4.3 Toetsing

De in lid 10.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en/of landschappelijke waarden.