In afbeelding 13 zijn de plangebieden van beide geldende bestemmingsplannen aangegeven.
Afbeelding 13: Overzicht geldende bestemmingsplannen plangebied Overmeer-Zuid
Bestemmingsplan Overmeer-Blijkpolder
Het gebied ten noorden van het boezemkanaal is geregeld in het bestemmingsplan "Overmeer-Blijkpolder", dat op 15 februari 1990 is vastgesteld en op 2 oktober 1990 door de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland is goedgekeurd. Het vigerende bestemmingsplan is aanpassing en een herziening van een aantal oude bestemmingsplannen, te weten: 'Overmeer', 'Blijkpolder', 'Rivièra', 'Meeruiterdijkse polder', 'Dorpskern' en 'Spiegel- en Blijkpolder'.
De Vecht en de woonschepen maken onderdeel uit van het plangebied. Het stedenbouwkundig plan Overmeer-Zuid voorziet hoofdzakelijk in de sport- en woonfunctie. Uit de plankaart van het geldende bestemmingsplan is op te maken dat de huidige gronden grotendeels bestemd zijn als 'recreatieve doeleinden van actieve aard' en 'volkstuinen'. Uit de voorschriften volgt dat de gronden bestemd als 'recreatieve doeleinden van actieve aard' zijn bestemd voor:
- recreatieve voorzieningen bestaande uit bebouwing en voorzieningen ten dienste van recreatie en sportbeoefening, recreatieve wandel- en groenvoorzieningen;
- parkeerterreinen, ontsluitingswegen, fiets- en wandelpaden en overige daartoe behorende verhardingen en bouwwerken ten dienste van de bestemming;
- Op de gronden mag uitsluitend bebouwing worden gerealiseerd ten dienste van de bestemming.
Met betrekking tot de gronden die zijn bestemd als 'volkstuinen' geldt dat deze gronden als zodanig zijn bestemd met de daarbij behorende bebouwing en voorzieningen. Het bouwen van woningen is op deze gronden niet toegestaan. Naast de bestemming 'recreatieve doeleinden van actieve aard' en volkstuinen zijn de gronden deels bestemd als 'Groendoeleinden openbaar groen', 'Bedrijfsdoeleinden I bedrijfsterrein zonder opslag', 'Bedrijfsdoeleinden II', 'Woondoeleinden eengezinshuizen', 'Landschappelijk waardevol open agrarisch gebied' en 'Waterhuishoudkundige doeleinden I'. Geen van deze bestemmingen is in overeenstemming met de beoogde functies. Afgezien van sport. Uiteraard is deze functie mogelijk binnen de bestemming 'recreatieve doeleinden van actieve aard'. Het deel van de Vecht dat op het grond gebied van de provincie Noord-Holland is gelegen maakt ook onderdeel uit van het plangebied. Dit gebruik zal vrijwel ongewijzigd worden overgenomen. Dit geldt eveneens voor de woonschepen die in de Vecht liggen ter hoogte van het plangebied.
Bestemmingsplan Horstermeer
De gronden gelegen ten zuiden van het boezemkanaal, inclusief het kanaal, zijn geregeld in het planologische regime van het bestemmingsplan Horstermeer, vastgesteld op 1 oktober 1985 en is op 10 maart 1987 gedeeltelijk goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. De Kroon heeft bij Koninklijk Besluit van 28 april 1989 het plan naar aanleiding van Kroonberoep gedeeltelijk goedgekeurd. Het plan is enkele jaren daarna herzien. De herziening is op 19 mei 1993 vastgesteld door de gemeenteraad en op 28 september 1993 goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten.
De geldende bestemmingen worden grotendeels ongewijzigd overgenomen. De huidige functies blijven behouden en zullen als dusdanig worden bestemd in de planregels en verbeelding behorende bij voorliggend bestemmingsplan. Echter voor een perceel gelegen aan de zuidelijke randweg wordt een uitwerkingsbevoegdheid opgenomen. Op het driehoekige perceel is een woonfunctie met veestalling voorzien. Omdat de exacte uitwerking nog onbekend is, is er in voorliggend bestemmingsplan een uitwerkingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van de nieuwe woonfunctie. De agrarische bestemming van de gronden wordt gewijzigd naar 'wonen-uit te werken'.
Ook voor dit gedeelte geldt dat de Vecht, voorzover gelegen op Noord-Hollands grondgebied, wordt meegenomen in het nieuwe bestemmingsplan.
Op de locatie waar volgens het stedenbouwkundig plan woningbouw wordt voorzien is volgens de huidige bestemming geen woningbouw mogelijk. Daarom is voor de realisatie van het stedenbouwkundig plan, het voeren van een planologische procedure (bestemmingsplanprocedure) onvermijdelijk. Afwijken van het geldende bestemmingsplan is mogelijk mits goed ruimtelijk onderbouwd. In het gedeelte ten zuiden van het boezemkanaal zal het bestaande gebruik grotendeels worden overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. In het gebied wordt een uitwerkingsbevoegdheid opgenomen voor het perceel waarop een woonfunctie met veestalling is voorzien.