Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Overmeer-Zuid te Nederhorst den Berg
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.1696.BP1500overzuid2010-ON01

4.4 Geluid

De mate waarin het geluid, bijvoorbeeld veroorzaakt door het wegverkeer, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder. De Wet geluidhinder is sinds het einde van de jaren zeventig een belangrijk juridisch kader voor het Nederlandse geluidsbeleid. De kern van de wet is dat geluidsgevoelige bestemmingen, worden beschermd tegen geluidhinder uit de omgeving ten gevolge van wegverkeer, spoorweg en industrie. De wet geluidhinder (Wgh en Bgh) kent de volgende geluidsgevoelige bestemmingen:
  • Woningen;
  • Onderwijsgebouwen (een gymnastieklokaal maakt geen onderdeel uit van een onderwijsgebouw bij toepassing van de Wet geluidhinder);
  • Ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  • Verzorgingstehuizen;
  • Psychiatrische inrichtingen;
  • Medische Centra;
  • Poliklinieken;
  • Medische kleuterdagverblijven.
Het beschermen van bijvoorbeeld het woonmilieu gebeurt aan de hand van vastgestelde zoneringen. Door deze zoneringen is er sprake van een sterke link met de Wro. De naam 'Wet geluidhinder' doet vermoeden dat hier sprake is van een alles omvattende regelgeving, echter niet alle geluidsaspecten worden in de Wet geluidhinder geregeld. De belangrijkste onderdelen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn:
  • Toestellen en geluidwerende voorzieningen;
  • Industrielawaai;
  • Wegverkeerslawaai;
  • Spoorweglawaai;
  • Geluidbelastingkaarten en actieplannen.
De meest voorkomende vorm van geluidhinder wordt veroorzaakt door het wegverkeer. Zo stelt de wet, dat in principe de geluidsbelasting op woningen niet de voorkeursgrenswaarde van 48 dB mag overschrijden. De voorkeursgrenswaarden is de waarde die zonder meer kan worden toegestaan. Indien nieuwe geluidsgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle wegen, met uitzondering van 30 km wegen, op een bepaalde afstand van de geluidsgevoelige functie(s). Indien na akoestisch onderzoek blijkt dat de grenswaarden van de gevelbelasting worden overschreden dient er een ontheffing te worden verkregen via een hogere voorkeursgrenswaarde procedure. De maximale ontheffingswaarde voor nieuw te bouwen woningen in stedelijk gebied die nog niet zijn geprojecteerd is 63 dB. Dit betreft alleen woningen, kinderdagverblijven zijn geen gevoelige bestemming in het kader van de Wet geluidhinder.
 
Onderhavig plan voorziet voor een groot deel in de realisatie van een gevoelige bestemming, te weten wonen. Ten oosten van het plangebied is de Randweg (N523) gelegen, dit is een provinciale weg met een snelheidregime van 80 km/uur, indien gelegen buiten de bebouwde kom. Het noordelijke gedeelte waar het project Overmeer-Zuid zal worden gerealiseerd ligt echter binnen de bebouwde kom. Op dit stuk weg geldt een maximum snelheid van 50 km/uur. Voor een dergelijke weg is een geluidszone opgenomen van 200 m aan weerzijde vanaf het hart van de weg. Dit geldt eveneens voor de Middenweg. Deze weg staat haaks op de Randweg en de maximumsnelheid bedraagt ter plaatse 50 km/uur.
 
Aan de westzijde grenst het plangebied aan de Vreelandseweg. Voor deze weg geldt een snelheidsregime van 30 km/uur. Voor de Randweg en de Middenweg is een akoestisch onderzoek noodzakelijk. Het onderzoek moet in beeld brengen in welke mate er sprake is van een gevelbelasting van de beoogde woningen.
 
Adviesbureau Weel heeft in het kader van onderhavig plan een akoestisch onderzoek1 uitgevoerd. Uit de resultaten met betrekking tot de geluidsbelasting veroorzaakt door het wegverkeer blijkt een maximale belasting van 42 dB, dit is inclusief een aftrek van 5 dB in het kader van artikel 110 g van de Wet geluidhinder. Volgens dit mag er van de berekende geluidsbelasting 5 dB worden afgetrokken, vanwege het stiller worden van het wegverkeer in de toekomst. De berekende gevelbelasting ligt beneden de voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai.
    
Voor de uitplaatsingslocatie, welke bestemd is als Wonen – uit te werken, is een ontheffing hogere grenswaarde noodzakelijk. Bureau Weel heeft hiervoor de geluidscontouren in beeld gebracht. Om te kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde zouden de voorgevels van de nieuw te bouwen woningen op 67 meter van de weg-as moeten komen te liggen. Dit is ruimtelijk niet wenselijk. Derhalve is een ontheffing hogere grenswaarde vereist.
    
Conclusie
Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting op de te realiseren gevoelige bestemmingen beneden de voorkeursgrenswaarden voor wegverkeerslawaai van 48 dB. Een ontheffing hogere grenswaarden is derhalve niet noodzakelijk voor de nieuw te realiseren woonwijk. Het aspect geluid in het kader van wegverkeerslawaai vormt geen belemmering voor de realisatie van het plan Overmeer-Zuid.
Voor de uitplaatsingslocatie is wel een ontheffing hogere grenswaarde vereist. De ontheffingsprocedure zal gelijktijdig met de bestemmingsplanprocedure opgestart worden.