Verlichting kan voor omwonenden hinder veroorzaken. Lichthinder is veelal een zeer locatiegebonden probleem. Derhalve vraagt dit om lokaal maatwerk. Knelpunten worden over het algemeen in goed overleg tussen bevoegd gezag en inrichting opgelost. Voor de vaststelling of er sprake is van hinder is geen universele definitie van het begrip lichthinde» beschikbaar. Wel kunnen de Algemene Richtlijnen betreffende lichthinder van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) als uitgangspunt worden gehanteerd.
Lichthinder kan ook worden beperkt door een gebruiksafspraak tussen de gehinderden en de gebruiker van de installatie. Het bevoegd gezag kan zo nodig bij maatwerkvoorschrift een gebruiksafspraak tussen de gehinderden en de gebruiker van de installatie vastleggen.
In het kader van het Activiteiten besluit is in artiek 4.113 een bepaling opgenomen met betrekking tot tijden waarbinnen er geen verlichting aan mag zijn tussen 23.00 uur en 7.00 uur.
In de uitvoering kan gekeken worden naar armaturen. Speciaal voor sportvelden zijn er zogenaamde asymmetrische armaturen ontwikkeld. Deze zorgen ervoor dat het licht vooral op het sportveld komt en veel minder uitstraalt naar de omgeving en naar boven.
Conclusie
In het kader van het activiteiten besluit zijn al nadere voorwaarden opgenomen met betrekking tot de tijden waarbinnen verlichting aan mag zijn. In de uitvoering kan gekeken worden naar de toepassing van asymmetrische armaturen. Hiermee kan vervelende uitstraling voorkomen worden.